Gerolde lasagne met artisjokken

Aantal personnen : 6 à 8
Bereidingstijd :1u30
Kooktijd : 1u

Ingrediënten

• 400 g lasagnevellen
• 6 à 8 kleine paarse artisjokken
• 1 citroen
• 2 of 3 takjes marjolein
• 3 eetlepels olijfolie
• 2 teentjes look
• 10 cl droge witte wijn
• peper, zout
• 50 cl melk
• 20 cl fleurette room
• 30 cl vleesbouillon
• 80 g boter
• 80 g bloem
• 100 g parmezaan
• 100 gruyère
• 100 g fontina
• zout, nootmuskaat
• 50 g parmezaan (om te gratineren)
• 50 g boter (om te gratineren)
• resterende bechamelsaus + 5 cl melk

Bereiding

• Snijd met een mes 2 cm af bovenaan de artisjokken, snijd de stelen af, verwijder de hardere blaadjes. Snijd vervolgens de artisjokken in twee om het hooi te verwijderen.
• Snijd ze nogmaals in heel kleine stukjes en fruit ze in een pan met de olie en de look.
• Bevochtig met de wijn, voeg de marjolein toe en wat zout en laat 5 minuten koken. Je kan ook wat bouillon erbij doen zodat het niet gaat aankleven. de artisjokken moeten krokant blijven.
• Smelt de boter, doe de bloem erbij en meng goed. Laat wat kleuren alvorens beetje bij beetje de melk toe te voegen. Roer voortdurend zodat de saus geen klonters gaat vormen.
• Laat de saus 10 minuten inkoken, kruid met zout en nootmuskaat. Haal van het vuur af en doe de in blokjes gesneden fontina erbij samen met de parmezaan en de gruyère. Laat daarna afkoelen.
• Kook de lasagnevellen.
• Leg twee of drie vellen langs elkaar en zo’n 2 cm over elkaar; smeer de randen met eiwit in om ze aan elkaar te kleven.
• Doe er een laag bechamelsaus op (bewaar wel een kom om nadien te gratineren), voeg de artisjokken en geraspte parmezaan toe.
• Rol de lasagnevel in houshoudfolie en zet die in de frigo om steviger te worden: het is dan makkelijker om nadien in schijven te snijden.
• Smeer een grote schaal in met boter, nappeer de bodem met bechamelsaus die met melk werd verdund, leg er de in dikke stukken gesneden (4cm) lasagne op, de parmezaan en enkele klontjes boter. Laat 15 minuten in de oven gratineren op 180°C.

Suggesties

Kies best vrij brede lasagnevellen (zo vermijd je om meerdere vellen over elkaar te moeten zetten) of maak kleinere rolletjes. De klassieke versie van de lasagne (de ene laag over de andere) werkt ook goed.